Als er op directieniveau consensus is over het antwoord op deze vraag, kan er op veel verschillende plekken binnen de organisatie een efficiëntie slag plaatsvinden.  Huurdeman somt moeiteloos de talrijke symptomen op van organisaties waar de zo belangrijke alignment niet op orde is. “Bijvoorbeeld een te grote afhankelijkheid van legacy IT-systemen en modellen, zodat het stroomlijnen en managen van de gehele IT-infrastructuur een echte monsterklus wordt”, stelt hij.  “Of de aparte ontwikkeling van allerlei ‘sub strategieën’, bijvoorbeeld op het gebied van governance, automation, architectuur, DevOps, of customer experience. Die sluiten dan vaak nog maar beperkt aan op de op C-level vastgestelde business strategie. Die misalignment beperkt de zakelijke slagkracht van een organisatie, en leidt tegelijk tot inefficiëntie en dus tot hogere kosten.”

Het op één lijn brengen van de respectievelijke strategieën is volgens Huurdeman een eerste belangrijke stap. “De doorlopende communicatie tussen business en IT, en het wederzijdse begrip dat daaruit volgt, is een cruciaal vervolg. Aan zakelijke zijde groeit dan het besef dat IT geen commodity is, maar een krachtig instrument om de zakelijke doelen te bereiken. En de IT-zijde leert om mee te denken in die zakelijke doelen, en benodigde investeringen ook te motiveren door die te onderbouwen met potentiële zakelijke return on investment. Dit is een gebied waar wij veel organisaties bij helpen, onder meer met regelmatige gesprekken, assessments en inspiratiesessies.”

Doordat Huurdeman en zijn team de taal van beide kanten spreken, zijn ze in staat snel antwoorden te formuleren op cruciale vragen. Vragen die tijdens een digitale transformatie continu moeten worden gesteld aan leidinggevende IT’ers: Wat vraagt de business aan jou, wat kun je als IT inleveren, en hoe verwerk je dat in je strategie? Gevraagd naar concrete voorbeelden introduceert hij verschillende actuele cases. “Wij werken momenteel bijvoorbeeld voor een bedrijf dat zich razendsnel ontwikkelt van een grote regionale tot een echte landelijke speler”, vertelt hij. “De talrijke applicaties die nog op lokale servers draaien leveren daardoor een geografische uitdaging: hoe maak je die ook flexibel beschikbaar voor nieuwe medewerkers in andere regio’s?”

Dat is bij uitstek een uitdaging waarbij de publieke cloud uitkomst kan brengen. Huurdeman: “Wij ontwikkelen daarom momenteel een nieuw cloudplatform. Medewerkers uit het hele land, en dus ook van overgenomen bedrijven, kunnen daarop met dezelfde applicaties werken. Daardoor voorkomen we dat er een nauwelijks nog centraal te managen lappendeken van applicaties ontstaat. En ook dat de zo waardevolle data in een veelheid van lastig te ontsluiten silo’s terecht komt. In het verlengde daarvan automatiseren we direct ook het onboarden van al die nieuwe medewerkers. Op dit moment wordt dat nog handmatig gedaan door een batterij HR-medewerkers. Dat is heel inefficiënt en dus duur, én leidt ook gemakkelijk leiden tot foutieve data en beveiligingsrisico’s.”

Proactief schakelen

Tegelijk werken Huurdeman en zijn team aan de stroomlijning van het productieproces. “Daarbij maken we onder meer gebruik van kunstmatige intelligente– en IoT-toepassingen”, vertelt hij. “Het bedrijf in kwestie werkt met een zeer kapitaalintensief machinepark. Onderhoud is duur, en als zo’n machine uitvalt heeft dat aanzienlijke consequenties voor de levertijd, en dus voor het vermogen zakelijke afspraken na te komen. Door het aanbrengen van sensoren in de machines kunnen we de functionaliteit nu centraal monitoren. Die mogelijkheid koppelen we aan een kunstmatig intelligente applicatie. Die voorspelt wanneer een machine onderhoud nodig heeft, of dreigt uit te vallen. Daardoor kunnen we monteurs efficiënter inplannen, en resulterende kosten beter voorspellen.”

Als er op directieniveau consensus is over het antwoord op deze vraag, kan er op veel verschillende plekken binnen de organisatie een efficiëntie slag plaatsvinden.  Huurdeman somt moeiteloos de talrijke symptomen op van organisaties waar de zo belangrijke alignment niet op orde is. “Bijvoorbeeld een te grote afhankelijkheid van legacy IT-systemen en modellen, zodat het stroomlijnen en managen van de gehele IT-infrastructuur een echte monsterklus wordt”, stelt hij.  “Of de aparte ontwikkeling van allerlei ‘sub strategieën’, bijvoorbeeld op het gebied van governance, automation, architectuur, DevOps, of customer experience. Die sluiten dan vaak nog maar beperkt aan op de op C-level vastgestelde business strategie. Die misalignment beperkt de zakelijke slagkracht van een organisatie, en leidt tegelijk tot inefficiëntie en dus tot hogere kosten.”

Bovendien is de resulterende data zeer waardevol bij het maken van strategische beslissingen. De eventuele aanschaf van nieuwe machines bijvoorbeeld, of het aannemen van nieuw personeel. Huurdeman: “Zo zorgt de alignment van business en IT in de dagelijkse praktijk van de organisatie dus voor talrijke synergie-effecten. Naast reeds genoemde voordelen zien we bijvoorbeeld ook dat de totale IT-kosten van deze onderneming juist dalen. Onder meer dankzij het snoeien van IT-kosten die de zakelijke doelstellingen niet ondersteunen, en de efficiëntere wijze waarop we security- en compliance issues kunnen managen. Ultieme resultaat van de alignment is daardoor dat de time-to-market korter wordt en de organisatie sneller kan inspelen op trends en behoeftes bij de klant. En dat leidt vanzelf tot een betere customer experience, trouwere klanten en een hogere omzet.”